Het Expertise en Begeleidingscentrum (EBC) biedt ondersteuning op de volgende drie taakgebieden:
- het begeleiden van leerlingen met bijzondere ondersteuning;
- het stimuleren van de ontwikkeling van de docent in de leerroute op het gebied van onderwijsontwikkeling en begeleiding;
- het bijdragen aan beleidsvorming over passend onderwijs.
Het EBC kan vanuit deze drie taakgebieden bijdragen aan de visie dat al het onderwijs voor de leerling passend is. Deze visie is geënt op de Wet passend onderwijs (2014).
Realisatie EBC
In 2020 heeft EBC uitvoering gegeven aan haar drie taakgebieden op de vijf domeinen, namelijk (1) Welkom, (2) Leren, (3) Welzijn, (4) Kiezen en (5) Kwaliteit. Hieronder wordt schematisch weergegeven welke rol het EBC heeft in relatie tot het onderwijs (= de leerroutes) en de educatieve partners.

Het EBC voorziet het onderwijs van kennis en expertise ten behoeve van een passend onderwijsproces van de leerling. Vanuit deze benadering staat het welbevinden alsook het onderwijs laten aansluiten bij het onderwijsproces van de leerling centraal.
In het afgelopen jaar is met name geïnvesteerd in:
- het innemen van de verbindende rol tussen de leerroutes, directie en educatieve partners.
Deze verbinding is gericht op de leerling en op de wederzijdse afhankelijkheid om samen te bouwen aan een optimaal onderwijsklimaat; - het door ontwikkelen van de kwaliteitsbenadering om de andere vier domeinen cyclisch met elkaar te verbinden. Dit moet bijdragen aan een lerende omgeving van zowel de leerling als de docent.
- het flexibel en tijdig in kunnen spelen op zowel de individuele begeleiding van de leerling alsook het ondersteunen van de onderwijsteams ten gevolge van de coronapandemie.
De opgave om EBC te verbinden met zowel de interne als de externe professionals vraagt de komende jaren de benodigde aandacht, met name op taakgebied 2 en 3. Het verder professionaliseren van het EBC in samenwerking met de onderwijsteams is nodig vanwege de toenemende vraag voor passend onderwijs, als het gaat om jeugdhulp, inclusief onderwijs en de financiering van passend onderwijs. Eind vorig jaar zijn deze ontwikkelingen vertaald in ambities voor het EBC en vastgesteld in het EBC-plan 2020-2025.
Realisatie – Taakgebied 1
Het begeleiden van leerlingen met bijzondere ondersteuning
Als een leerling extra ondersteuning nodig heeft in zijn of haar leerproces staat het ontwikkel- perspectief van de leerling hierbij centraal. De ondersteuning die De Meerwaarde kan geven staat beschreven in het School Ondersteuningsplan (het SOP).
Samenwerking met het Samenwerkingsverband en CJG
In het SOP worden afspraken gemaakt met het Samenwerkingsverband Passend Onderwijs VO Barneveld – Veenendaal (SWV). Vanuit de beschikkingen (o.a. LWOO) ontvangt De Meerwaarde ondersteuningsmiddelen alsook personele ondersteuning, zoals een orthopedagoge, een schoolmaatschappelijk werker, ambulante begeleiders voor cluster 3 en 4 en extra ondersteuning voor cluster 2 leerlingen. Dit zijn leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben met een auditieve beperking of taalontwikkelingsstoornis. In het begeleidingsproces wordt – indien nodig – samengewerkt met het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) in de gemeente Barneveld. In 2020 is een project ‘Onderwijs en Jeugd’ gestart om de keten tussen jeugdzorg en onderwijs beter op elkaar te laten aansluiten.
Een belangrijke indicatie van hoeveel leerlingen extra ondersteuning behoeven zijn het aantal leerlingen met een LWOO-indicatie en/PRO-indicatie. De instroom van leerlingen met een beschikking voor passend onderwijs zijn:
- LWOO: 895
- PRO: 153
Samen met het Praktijkonderwijs van De Meerwaarde is gewerkt aan een verbeterde instroom vanuit speciaal onderwijs. De reden hiervoor was onder andere dat een aantal ouders/ verzorgers van toekomstige leerlingen het wel of niet toelaten niet begreep. Het resultaat van deze gesprekken met deze basisscholen is een duidelijker profiel van instroommogelijkheden op De Meerwaarde. Bij de instroom van 2020/2021 is deze gezamenlijke aanpak leidend en beoogt bij te dragen aan een goede plaatsing van de leerling.
Basisondersteuning
De school is wettelijk verplicht basisondersteuning te bieden. Deze wordt ingevuld in samenhang met andere scholen in het Samenwerkingsverband. De financiering van de basisondersteuning vindt plaats vanuit de Lumpsum bekostiging VO.
De begeleiding
Het streven is dat ondersteuning zo dichtbij mogelijk gegeven kan worden bij het onderwijsproces. Dit betekent dat iedere leerling een mentor heeft die als eerste de zorg draagt voor zijn/haar leerling. Deze mentor kan worden ondersteund door een leerlingbegeleider, een faalangsttrainer, een anti- pestcoach, een SOVA-trainer en een taal- en rekencoach om leerlingen ondersteuning te bieden. Deze ondersteuning vindt plaats in groepsbesprekingen aan de hand van didactische en sociaal- emotionele ontwikkelingen en ontwikkelingen op het vlak van leerprestaties. De groepsbesprekingen leiden tot een vakoverstijgende aanpak per klas. Hieruit volgen onderwijsbehoeften voor de gehele klas, maar ook voor de individuele leerling.
Klas 1 | Klas 2 | Klas 3 | Klas 4 | |
---|---|---|---|---|
Aantal leerlingen met dyslexieverklaring | 89 | 87 | 100 | 92 |
Aantal leerlingen met dyscalculieverklaring | 2 | 5 | 3 | 8 |
Voor leerlingen met dyslexie zijn er twee dyslexiecoaches en voor leerlingen met dyscalculie is er een dyscalculiecoach. Leerlingen die deze begeleiding ontvangen zijn in het bezit van een geldige dyscalculie- of dyslexieverklaring.
Basisondersteuning – toekomstgericht
Het goed begeleiden betekent ook dat leerlingen worden voorbereid op hun toekomst. Om leerlingen een goede keuze te laten maken voor hun profiel wordt vanuit de basisondersteuning door o.a. LOB’ers gewerkt aan hun Loopbaanbegeleiding. De LOB’er werkt nauw samen met EBC- kiezen en is in het afgelopen jaar ingezet op:
- PSO-lessen in alternatieve vorm door uitval van deze lessen. Deze lessen krijgen de leerlingen in leerjaar 2 ter voorbereiding op hun profielkeuze.
- Het uitvoeren van LOB-opdrachten ging moeilijker vanwege corona. Dit heeft geleid dat het PTA-LOB van klas 3 en 4 moest worden aangepast en dat er vervangende opdrachten kwamen voor het niet kunnen volgen van stage en het niet kunnen bezoeken van de scholenmarkt.
- Het uitvoeren van het Plusdocument. Dit document is naast het diploma en cijferlijst een waardevol document, omdat hierin alvast wordt gewerkt aan het ‘CV’ van de leerling. Tijdens corona hebben alle leerlingen van het vierde jaar het Plusdocument afgerond.
Werken aan het toekomstbeeld van de leerling heeft door corona een marginale plek gehad. Komend jaar zal EBC-kiezen kijken naar dit geheel en met een advies komen over een passend manier voor o.a. het invullen van een loopbaandossier (bijv. AMN). Daarvoor is niet alleen het instrument van belang, maar veel meer de manier waarop we loopbaanbegeleiding vorm zouden moeten geven. Daarbij zal de rol van het gesprek met de leerling en de activiteiten die daaruit voortkomen een belangrijke plek in moeten nemen.
Deskundigheidsbevordering
Naast structureel overleg met de betrokkenen rondom een leerling, krijgen de deskundigen die de basisondersteuning geven diverse trainingen aangeboden, zoals toerusting voor de taal- en rekencoach of mentorbegeleiding.
Deskundigheidsbevordering is een belangrijk onderdeel in de basisondersteuning om passende ondersteuning te kunnen geven binnen het onderwijs en waar nodig door te verwijzen naar externe partners, zoals de GGD, Leerplicht.
Overlegstructuur
Leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben worden gemonitord via twee overleggen:
Het Interne Zorg Overleg (IZO). Structureel heeft het EBC bij de onderwijsteams geïnformeerd hoe het verloopt in de teams en of er ondersteuning is voor leerlingen, docent en/of het team.
Het Zorg Advies Team (ZAT). Indien nodig kan het EBC ook een leerling inbrengen in een breed zorgoverleg, het ZAT. In een ZAT-overleg kunnen handelingsadviezen ertoe leiden dat een leerling met extra onderwijsbehoefte buiten school ondersteuning krijgt. Bij dit overleg zijn naast de ondersteuningscoördinatoren, ambulante begeleiding en schoolmaatschappelijk werk ook de jeugdarts en leerplichtambtenaar aanwezig. Deze laatste functionaris voert ook de preventieve verzuimgesprekken op school met leerlingen en ouders.
Inzetten op preventie
‘Veiligheid’ is een belangrijk onderwerp voor de school. Binnen het EBC wordt veiligheid ondersteund met een preventiemedewerker sociale veiligheid. In verband met corona zijn in 2020 niet alle preventieprojecten op het gebied van alcohol, drugs, sexting, verkeerveiligheid en pesten doorgegaan en is per team gekeken wat is er nodig.
Een mooie en aansprekende voorstelling over pesten kon voor alle eerste klassen wel doorgang vinden. Leerlingen en hun docenten hebben handvatten gekregen om in te grijpen als er gepest wordt. Naast deze voorstelling heeft elk team haar eigen antipestcoach en is er in de mentorlessen aandacht voor dit onderwerp.
Interne arrangement
Als de ondersteuning ontoereikend is binnen het onderwijsteam wordt een leerling aangemeld bij het EBC voor een intern arrangement. In het jaar 2020 zijn 244 leerlingen hiervoor aangemeld (waarvan 96 leerlingen voor RT, 74 leerlingen voor Pluspunt en 74 leerlingen begeleiding). Vergeleken met 2019 is het aantal aanmeldingen gestegen (2019: 187).
Naast het gegeven van de stijging is er ook tijdens de gehele/gedeeltelijk lockdown extra opvang geboden voor leerlingen die thuis onvoldoende faciliteiten dan wel een verminderde leeromgeving hadden.
Ten gevolge van de coronapandemie is door inzet van ondersteuningscoördinatoren meer ondersteuning geboden aan de onderwijsteams. De mentor was tijdens de (gedeeltelijke) lockdown een belangrijke spil voor de leerling. Iedere week onderhield de mentor contact met de leerling.
Ontwikkelpunten
In het afgelopen jaar is, naast de instroom vanuit de Internationale Schakelklas, de begeleiding voor NT2 leerlingen uit het regulier onderwijs toegenomen. De structuur voor NT2 dient aankomend jaar hierop aangepast te worden. Hiervoor is het voorstel om binnen het NT2-team een NT2-expert een rol te laten spelen.
Het Pluspunt is een arrangement dat aan leerlingen de mogelijkheid biedt om in een rustige omgeving te kunnen leren. Dit arrangement wordt ingezet als het onderwijsteam onvoldoende houvast dan wel structuur kan bieden aan de leerling. De vraag naar Pluspunt neemt toe op:
- het aantal hulpvragen voor leren en plannen en
- het aantal leerlingen dat voor een langere periode verblijft op het Pluspunt.
Deze twee signaleringen maakt dat in samenwerking met EBC-leren wordt gekeken wat de onderwijsteams nodig hebben om dergelijke ondersteuningsvragen binnen het team te kunnen blijven geven. Daarnaast zal in samenwerking met EBC-welzijn, Toelating en het SWV worden gekeken naar de duur/het beroep dat wordt gedaan op het Pluspunt. De aanname is dat het Pluspunt steeds meer wordt ingezet om leerlingen ‘binnen’ de school te houden.
De inzet voor extra ondersteuning verschilt tussen onder- en bovenbouw. In de bovenstaande tabel is dit inzicht niet weergegeven, maar in de onderbouw wordt Ambulante Begeleiding en School Maatschappelijk Werk meer ingezet dan in de bovenbouw.
Extern arrangement/speciaal onderwijs
Als blijkt dat na inzet van externe ondersteuning de leerling alsnog niet tot ontwikkeling komt in zijn of haar leerproces, wordt in overleg met het Samenwerkingsverband besloten om de leerling een tijdelijk arrangement aan te bieden. Denk hierbij aan: de TAD, Overstag, Speciaal Onderwijs of een interne doorverwijzing naar Entree of Praktijkonderwijs. Voor een dergelijke plaatsing wordt meermalen met leerling, ouders/ verzorgers gesproken over de ontwikkeling en het meer gebaat zijn bij onderwijs in een andere leeromgeving. De meeste plaatsingen betreffen veelal leerlingen die gebaat zijn bij een kleinere leersetting en minder wisselende leerkrachten. Het niveau en het gedrag van de leerling is medebepalend waar de leerling wordt geplaatst. Intern kan het betekenen dat een leerling bijvoorbeeld bij praktijkonderwijs van De Meerwaarde wordt geplaatst. Voor deze plaatsingen is een TLV van het SWV nodig.
In totaal is met 34 leerlingen een traject aangegeven waarbij een extern arrangement is ingezet. In dit proces is nauwe samenwerking met ouders/ verzorgers, de leerling en het onderwijsteam essentieel, om de verwachtingen over het traject met elkaar in overeenstemming te hebben. De stap om voor een leerling een extern arrangement aan te vragen vraagt zorgvuldigheid, betrokkenheid en expertise, voor de leerling met zijn of haar ouders/ verzorgers is het veelal een confronterend proces. Van EBC vraagt dit om blijvend te investeren in professionaliseren.
Een zorgelijke ontwikkeling is dat de externe arrangementen te weinig capaciteit hebben om leerlingen op te kunnen opvangen. Voor een betere doorstroming wordt de samenwerking gezocht met het SWV alsook dat er intern wordt gekeken naar eventuele mogelijkheden.
Realisatie – Taakgebied 2
Het stimuleren van de ontwikkeling van de docent in de leerroute op het gebied van onderwijsontwikkeling en begeleiding
De docent is een bepalende factor in het leerproces van de leerling. Om de docent voldoende toe te kunnen rusten zijn de volgende instrumenten ontwikkeld dan wel geïmplementeerd.
- Het inzetten van het JIJ-instrument. Het volgen van de ontwikkeling van een leerling is van groot belang. Zeker nu we te maken hebben met thuisonderwijs door lockdowns, is het noodzakelijk om te weten waar een leerling staat.
- In september 2020 is klas 1, 2 en 3 gestart met het werken met JIJ! als leerlingvolgsysteem. JIJ! gaf een goed beeld van waar de leerlingen stonden na de eerste lockdown en nu bij de tweede lockdown.
- Leermiddelen. De vraag naar leermiddelen die flexibel zijn is groot. Doordat er meer thuisonderwijs gevolgd wordt, wordt er meer nagedacht over vernieuwen van leermiddelen.
Het werken in leerroutes heeft ervoor gezorgd dat collega’s zich meer verantwoordelijk voelen voor het vakgebied. De vraag naar nieuwe methodes is toegenomen. Hierdoor is de verwachting dat er ook vaker een beroep wordt gedaan op EBC Leren. - Didactiek. Een aantal jaren zijn we aangesloten bij het landelijk leernetwerk Formatief evalueren. Ook aankomend jaar blijft hier aandacht voor en is de wens dat de olievlek groter wordt en meer collega’s hun lessen formatief inrichten.
- De Meerwaarde academie. In samenwerking met HR wordt gewerkt aan De Meerwaarde academie, die bijdraagt aan de lerende organisatie. In 2021 wordt hier verder uitvoering aangegeven.
Realisatie – Taakgebied 3
De bijdrage aan beleidsvorming over passend onderwijs
Binnen dit taakgebied zijn in 2020 initiatieven opgestart die bijdragen aan passend onderwijs.
- Het opzetten van een kwaliteitsbenadering passend bij de formatieve gedachte. In het schooljaar 2020/2021 is de focus komen te liggen op een plan van aanpak voor het uitrollen ervan in de organisatie. In september heeft de directie een akkoord gegeven op het ‘Plan ontwikkeling kwaliteitszorg op
De Meerwaarde’, waarin de kwaliteitsbenadering uiteengezet wordt. In februari 2021 is een start gemaakt met het schrijven van een Plan van aanpak voor het opstarten van de kwaliteitscyclus. - Een project Onderwijs en Jeugd. In het afgelopen jaar is gewerkt aan een gemeenschappelijk beeld over de impact van deze ontwikkelingen (externe veld). In de komende schooljaren wordt gewerkt aan een visie hoe samen te werken met jeugdzorg.
- Bij tussentijds instromen van leerlingen zorgen voor een goede beeldvorming. Daarbij willen we de samenwerking met de scholen versterken, zodat de leerlingen vervolgens een overwogen overstap kunnen maken.
- Aandacht hebben voor leerlingen die tussentijds De Meerwaarde verlaten, zonder een diploma.
Een belangrijke ontwikkeling is dat het EBC naast het leerplan voor het komende schooljaar een begeleidingsplan gaat opstellen, afgestemd met de leerroutes (de onderwijsteams), de strategische koers en de externe ontwikkelingen. Indien nodig neemt EBC deel aan externe overleggen dan wel projectgroepen om aan te sluiten bij de externe ontwikkelingen.